In dit document is beschreven hoe de dragerfunctionaliteit uit de i-Suite Add-on kan worden gebruikt binnen Dynamics Business Central. 

De dragerfunctionaliteit is uitgewerkt voor een aantal niveaus binnen Logistiek:

  • Vestigingen zonder magazijnontvangsten,magazijnverzendingen,voorraadopslag en voorraadpick 
  • Vestigingen zonder magazijnontvangsten en magazijnverzendingen, maar wel voorraadopslag en/of voorraadpick 
  • Vestigingen met magazijnontvangsten en/of magazijnverzendingen, maar geen voorraadopslag en voorraadpick. 
  • Vestigingen met magazijnontvangsten en/of magazijnverzendingen en ook voorraadopslag en/of voorraadpick. 
  • Elke combinatie van opties uit bovenstaande 4 niveaus. 

 

Dragerfunctionaliteit is niet uitgewerkt voor bedrijven met gestuurde opslag en pick en/of het gebruik van zones. 


De instellingen 


Uitgangspunten 

Dragerfunctionaliteit werkt alleen indien beide volgende opties zijn ingeschakeld: 

  1. Vestigingen waarbij dragerregistratie is geactiveerd 
  1. Artikelen waarbij dragerregistratie is geactiveerd 

 

Indien geen, of maar 1 van beide actief is, dan zal voor die combinatie van vestiging en artikel geen dragerregistratie gebruikt kunnen worden. 

 

Gebruik van emballage is actief. 

Gebruik van lastdragers is actief. 

Er hoeven geen emballage-artikelen gekoppeld te zijn aan verpakkingseenheden, maar deze worden gebruikt om het aantal per drager te berekenen. 

Er hoeven geen emballage-artikelen gekoppeld te zijn aan lastdragertypes, maar deze worden gebruikt om het aantal per drager te berekenen. 

 

Het gebruik van standaard emballage-opslaglocaties is sterk aan te raden voor het gebruik bij dragers. 

Dat maakt het picken en opslaan van bijbehorenden emballage-artikelen en lastdragers veel eenvoudiger. Er hoeft veel minder rekening te worden gehouden met aanwezige voorraad op locatie voor de bijbehorende emballage. 

Door gebruik te maken van emballage-opslaglocaties, kunnen emballage-artikelen ook worden uitgesloten van pick en opslag. Zie magazijninstellingen. 


Add-on instellingen 

Om met dragers te kunnen werken moeten de instellingen voor emballage en lastdragers actief zijn. 

 

Algemeen: 

  1. EMBALLAGE. Ja 
  1. EMBINTEGR. Ja 

 

Transport: 

  1. LOCAACTIVE. Ja 

 

Er hoeven niet per definitie emballage-artikelen aangemaakt en gekoppeld te worden aan de artikeleenheden. 

 

Magazijninstellingen 

In de magazijninstellingen worden een aantal instellingen gezet voor het gebruik van dragers. 

 

 

Nummering: 

  1. Dragernrs: Stel een nummerreeks in voor de aanmaak van dragers. Dit nummer kan als barcode intern gebruikt worden. Automatisch en handmatig toe te kennen i.v.m. het hergebruik van dragernummers. 
  1. SSCC Code nrs: Stel een nummerreeks in voor de SSCC Code, bestaande uit 17 karakters volgens het protocol in GS1. Het 18e karakter wordt automatisch gegenereerd. https://www.gs1.org/docs/idkeys/GS1_SSCC_Executive_Summary.pdf. Automatisch en handmatig toe te kennen i.v.m. retouren van dragers na verzendingen. De drager wordt dan weer vanuit het dragerarchief terug geplaatst in het actieve drageroverzicht. 

 

Emballage: 

Indien gebruik wordt gemaakt van vestigingen met pick en/of opslag, dan kan men de automatisch aangemaakte emballage- en lastdragerregels uitsluiten van deze documenten. In de picks en opslagen staan dan alleen de artikelen waar het werkelijk om gaat en niet de artikelen waarin en waarop het verpakt is. De aantallen voor de emballage-artikelen worden automatisch ingevuld bij het boeken van de pick of opslag. 

 

Dragers: 

  1. Automatische selectie print pallet label. Indien actief, dan is deze optie direct actief bij het aanmaken van dragers en zullen aangemaakte dragers direct als palletlabels geprint kunnen worden. Bij het aanmaken kan het dan weer uitgezet worden 
  1. Automatische selectie print SSCC label. Indien actief, dan is deze optie direct actief bij het aanmaken van dragers en zullen aangemaakte dragers direct als SSCC labels geprint kunnen worden. 
  1. Datumformule drager archief. Geef een periode op voor de weergave van gearchiveerde dragers met een minteken voor een datum vanuit het verleden tot nu. Bijvoorbeeld -1J is minus één jaar, wat het archief van vandaag tot een jaar geleden aangeeft. Hiermee wordt het aantal records beperkt voor performance. Na het jaar worden de records verwijderd. 
  1. Meerdere Lotnrs. per drager toestaan. Dit geeft aan of er meerdere partijen van één artikel/Variant op een drager mogen worden geplaatst. Voor iedere partij wordt dan een aparte dragerregel aangemaakt. 
  1. Mix drager dagboeksjabloon. Dit zal in de meeste gevallen het standaard sjabloon voor herindelingsdagboeken zijn. Wordt alleen gebruikt voor het mixen van pallets vanuit een magzijnpick. 
  1. Mix drager dagboekbatch. Maak een specifiek dagboekbatch aan voor te mixen pallets. De dagboekbatch moet geen Nr.-reeks en geen Documentnr.-reeks hebben. Het documentnummer en regelnummer wordt overgenomen van de magazijnpickregel. Wordt alleen gebruikt voor het mixen van pallets vanuit een magzijnpick. 


Vestigingsinstellingen 

Op de vestigingskaart kan worden ingesteld welke magazijnactiviteiten voor de vestiging gelden. 

Niet alle opties worden ondersteund door i-Suite. 

 

Algemeen: 

In-transit vestigingen worden uitgesloten van lastdragerregistratie, tenzij er een transfer plaats vindt van een vestiging met dragerregistratie naar een andere vestiging met dragerregistratie. 

  1. Lastdragerregistratie verplicht. Aangeven of voor deze vestiging dragers gebruikt worden voor artikelen met Lastdragerregistratie verplicht. 

 

Magazijn: 

Meerdere instellingen kunnen worden gezet voor de manier waarop men omgaat met ontvangsten, verzendingen, picks en opslagen van artikelen. 

Gestuurde opslag en pick wordt nog niet volledig ondersteund door i-Suite. 

  1. Gebruik standaard emballage voor opslaglocatie. Het is aan te raden om vaste opslaglocaties toe te kennen aan emballage-artikelen. Vooral als bij de magazijninstellingen emballage-artikelen zijn uitgesloten van pick en opslag. Het voorkomt in de meeste gevallen dat er geen voorraad zou zijn voor de emballage-artikelen op een verbruikslocatie. Alle emballage voorraad wordt dan op die locatie bijgehouden. 

 

Voor overige vestigingsinstellingen wordt verwezen naar de standaard BC handleiding. 


Artikelinstellingen 

Op de artikelkaart moeten een paar zaken ingesteld worden om dragerregistratie te kunnen gebruiken. 

 

 

Extra: 

  1. Code verpakkingseenheid. Indien Emballage gebruikt wordt, dan kan hier de verpakkingseenheid worden opgegeven. Default is deze gelijk aan de basiseenheid 
  1. Standaard lastdrager. Geef het standaard lastdragertype op wat voor dit artikel gebruikt wordt. In de lastdragereenheden tabel voor de artikelkaart, worden de aantallen verpakkingseenheden opgegeven per lastdragertype. Indien geen gebruik gemaakt wordt van emballage, dan is de verpakkingseenheid gelijk aan de basiseenheid. 

 

 

Dragerregistratie: 

  1. Dragerregistratie verplicht. Aangeven of voor dit artikel dragers gebruikt worden in vestigingen met Lastdragerregistratie verplicht. 
  1. Stapelvolgorde. Informatief getal om aan te geven of het artikel op een ander artikel gestapeld mag worden bij het combineren/mixen van pallets. 

Deze instellingen worden gebruikt om een standaard aantal dragers te berekenen bij het aanmaken van dragerlabels. 

Elk label bevat voor het artikel het aantal per verpakkingseenheid maal het aantal per lastdragereenheid. 

 

Stel de lastdrager eenheden in via het lint Acties > Lastdrager eenheden. 

 

Voor meer informatie over emballage/lastdragers ga naar I-Base I 

 

 

 

Page Break 

Dragers 

Indien alle instellingen zijn gedaan, dan kan er gewerkt worden met dragers. 

Er is een overzicht met actieve dragers en een overzicht met gearchiveerde dragers. Gearchiveerde dragers zijn volledig verbruikt. 

 

 

Dragers bevatten alle gegevens die noodzakelijk zijn voor het gebruik van deze dragers voor interne logistieke activiteiten en de verwerking van transportlabels met SSCC gegevens. 

 

 

 

Van een drager kan een label worden afgedrukt. Hiervoor zijn twee opties. 

  1. SSCC Afdrukken. Hiermee wordt een label afgedrukt wat gebruikt kan worden voor externe transporten. 
  1. Pallet label afdrukken. Hiermee kan een label voor intern gebruik worden afgedrukt. 

In de rapportlay-out wordt bepaald welke gegevens op het label worden afgedrukt. 

Indien in de printerselecties regels zijn aangemaakt voor de af te drukken labels, dan zullen deze volgens de printerselecties op de aangegeven printer worden afgedrukt. Anders moet men bij het afdrukken van labels een printer selecteren waarop geprint moet worden. 

Er zijn 4 rapporten om labels af te drukken, afhankelijk of de drager gearchiveerd is of niet. 

  1. Rapport 11091673 AXI Whse. Carrier Pallet Label (Pallet Label voor drager) 
  1. Rapport 11091674 AXI Whse. Carrier SSCC Label (SSCC Label voor drager) 
  1. Rapport 11091676 AXI Whse. C. Arch. Pallet Lbl. (Pallet Label voor gearchiveerde drager) 
  1. Rapport 11091677 AXI Whse. C. Arch. SSCC Lbl. (SSCC Label voor gearchiveerde drager)  


De dragerkaart 

Op de dragerkaart staat alle informatie die voor de drager van belang is. 

 

De brongegevens geven aan vanuit welke bron de drager is aangemaakt. 

Dat kunnen de volgende opties zijn: 

  1. Inkooporder 
  1. Verkoopretourorder 
  1. Productieorder (Output) 
  1. Transferorder (Indien er van een vestiging zonder dragerregistratie naar een vestiging met dragerregistratie verplaats wordt.) 
  1. Artikeldagboek 

 

Ook wordt bijgehouden wanneer de drager voor het eerst is ontvangen. Vanaf dat moment is de drager ook in de voorraad beschikbaar. 

Daarnaast wordt het verbruik bijgehouden op de kaart, indien een drager deels verbruikt wordt. Zodra een drager volledig verbruikt is, wordt deze gearchiveerd. 

 

Op de regels wordt de inhoud van de drager aangegeven. 

 

Bij verbruik en/of verplaatsingen worden de regels bijgewerkt. Bij een verplaatsing worden de vestiging en/of de opslaglocatie op de kop ook bijgewerkt. 


Mutatieregels 

Bij ontvangst en verbruik worden er mutatieregels aangemaakt, waarin wordt bijgehouden bij welke activiteit welke mutatie heeft plaats gevonden. 

 

 

 

De documentgegevens van de laatste verbruiksmutatie zijn op de dragerkop ook te zien in de velden voor Verbruik. 

Dragers aanmaken 

Er kunnen op meerdere manieren dragers worden aangemaakt. 

Er kunnen lege dragers aangemaakt worden, die later toegekend worden aan ontvangsten van artikelen. Toe te passen bij ontvangsten van alle artikelen met dragerregistratie op vestigingen met dragerregistratie 

 

Er kunnen voorgedefinieerde dragers aangemaakt worden vanuit het brondocument. Deze dragers kunnen alleen geselecteerd worden voor de specifieke artikel en bron relatie. Bijvoorbeeld op basis van een inkooporderregel. 


Lege dragers aanmaken 

Er kunnen in één keer een groot aantal lege dragers worden aangemaakt en afgedrukt. In dat geval krijg je labels met niet meer dan alleen een barcode voor het labelnummer. Dit nummer kan voor alle registratie bij interne logistieke handelingen gebruikt worden. 

Om lege dragers aan te maken start je onder **/Afdelingen/I-Suite - Functionaliteiten/Magazijn/  de optie “Aanmaken lege magazijn dragerlabels”. 

 

 

  1. Aanmaken lege magazijnlabels 
  1. Geef het aantal te maken lege dragers op 

Eventueel kun je aanvinken of je direct de labels wilt afdrukken. Dit wordt overgenomen van de setup. 

  1. Voltooien. Om de dragers aan te maken en eventueel meteen af te drukken. 

 

De dragers zijn nu klaar voor gebruik. 


Dragers aanmaken vanuit de bron. 

Indien een inkoopregel, verkoopretourregel, productieorderregel of transferregel is aangemaakt, dan kunnen van deze regel, op basis van het ingegeven aantal, de dragers worden aangemaakt met alle gegevens volgens de bronregel. Dit geldt ook voor magazijnontvangsten en voorraadopslagen. 

Voor ieder document geldt dat op de taakbalk van de regels een knop zit voor “Regels”. 

Onder deze knop zit een optie “Maak dragerregels”. 

 

 

De dragerinformatie om dragerlabels aan te maken wordt weergegeven en het aantal labels wordt voorgesteld op basis van het aantal uit de bronregel. 

Indien er al dragers waren aangemaakt voor de bron, dan krijg je een melding dat er al dragers zijn. 

Indien je dan extra dragers wilt toevoegen, dan wordt de pagina geopend met “Aantal labels” = 0. Geef dan het extra aantal labels in. 

 

Ook hier kunnen eventueel de labels weer direct geprint worden. 

 

 

 

Indien je een drager aan wilt maken vanuit een artikeldagboekregel, dan klik je in het lint op “Acties” en daarna “Dragerlabels maken”. Dan opent het scherm als hierboven en kunnen dragers worden aangemaakt. Er kunnen meerdere dragers worden aangemaakt, maar per dagboekregel kan er maar één label worden opgegeven. Om voorraad op te boeken, moet je voor iedere drager een dagboekregel aanmaken. 

 

 

Dragers aanmaken vanuit dragerverwerking 

Daarnaast is het nog mogelijk om dragers aan te maken vanuit dragerverwerking. Dragerverwerking wordt verderop in het document nog behandeld. 

In het scherm om dragers te selecteren voor verwerking zit op het lint een optie “Maak dragerlabels”. 

 

Ook dan opent weer het scherm om dragers aan te maken en eventueel af te drukken. Aangemaakte dragers zullen meteen zichtbaar worden in de regels en kunnen geselecteerd worden. 

 

Dragers verwerken 

Als eerste moeten dragers ontvangen worden om te kunnen gebruiken binnen BC en i-Suite. 



Dragers ontvangen 

Afhankelijk van de instellingen op de vestigingen, kunnen dragers rechtstreeks ontvangen worden op de inkooporders, verkoopretourorders of transferorders. 

Een andere optie is via de voorraadopslag en een derde optie is via magazijnontvangsten. 

 

Via het artikeldagboek zijn dragers rechtstreeks te ontvangen/in de voorraad te boeken. 

 

Bij productieorder output, zal dit via het productiedagboek, outputdagboek of voorraadopslag gebeuren. 

Rechtstreeks op de inkoop-, verkoopretour- of transferorder ontvangen 

Om artikelen te kunnen ontvangen waarbij dragerregistratie verplicht is voor het artikel en de vestiging uit de bronregel, moeten de dragers geselecteerd worden via een submenu. 

Zorg er wel voor dat de opslaglocatie ook gevuld is, indien dit verplicht is voor de vestiging. 

 

 

  1. Selecteer “Regel” 
  1. Selecteer “Open dragerverwerking” (Bij transferorders is dit “Open dragerverwerking (In)”. 

 

Rechstreeks ontvangen op het brondocument is alleen mogelijk als dit op de vestigingskaart zo is ingesteld. Anders krijg je een melding bij het openen van de dragerverwerking om aan te geven dat dit via voorraadopslag of magazijnontvangst moet worden gedaan. 

 

Het scherm voor dragerverwerking wordt geopend. 

Indien er reeds dragers voor de bronregel zijn aangemaakt, dan kies je in het lint voor “Selecteer dragerlabels”. Er wordt dan een overzicht getoond van de beschikbare dragers voor de bronregel. 

 

Indien je lege dragers wilt toekennen aan de ontvangst, dan kies je voor “Selecteer lege dragerlabels”. Er wordt dan een overzicht getoond van alle lege dragerlabels. 

 

Indien er nog helemaal geen dragers zijn, dan is het mogelijk om vanuit de dragerselectie alsnog het label aan te maken. Zie Labels aanmaken vanuit dragerverwerking

 

Als het labelnummer al bekend is, dan kun je het nummer ook invullen in het vak “Scan:” door het vak te selecteren en de barcode van het label te scannen of het labelnummer in te typen. 

Het label zal dan worden toegevoegd aan de regels. De regels kunnen niet bewerkt worden, wel verwijderd. 

 

Door nu het scherm af te sluiten met “OK”, zal het “Aantal te ontvangen” worden bijgewerkt met het aantal geselecteerde dragers. 

 

Indien een artikel lotgetraceerd is, dan wordt ook de lottracering bijgewerkt met het te verwerken aantal. 


Als dragers weer verwijderd worden, dan wordt de tracering niet verwijderd, maar wordt het “Te verwerken aantal (Basis)” wel bijgewerkt. De tracering kan daarna eventueel wel handmatig verwijderd worden indien nodig. 

Dit is zo gedaan, omdat het kan zijn dat er specifieke lotnummers zijn gereserveerd voor het brondocument en dus een tracering niet zomaar automatisch mag worden verwijderd. 

Dit werkt in principe ook zo in Standaard BC. 

 

Er kunnen meerdere dragers tegelijk geselecteerd worden voor ontvangst. 

 

Nadat de dragers zijn geselecteerd, kan het document geboekt en ontvangen worden. 

De geselecteerde dragers zullen worden bijgewerkt met de gegevens uit de ontvangst en de bronregel. 

Er wordt een positieve mutatieregel aangemaakt voor de drager en de drager wordt als “Ontvangen” gekenmerkt. 

De drager is nu beschikbaar voor logistieke verplaatsingen en picks. 

 

Er is ook een mutatieregel aangemaakt. 

 

 

Page Break 

  1. Via een voorraadopslag 

Ontvangsten kunnen ook geboekt worden via voorraadopslag. 

Maak dan bijvoorbeeld van de inkooporder een voorraadopslag aan. 

 

 

Ook nu kan onder de taakbalkoptie “Regel” de optie “Open dragerverwerking” worden geselecteerd om het scherm voor dragerverwerking te openen. 

 

Selecteer de dragers die je wilt verwerken en zorg dat nu op de regel ook de juiste opslaglocatie is ingevuld om de dragers direct op te slaan. 

Het is nu dus mogelijk om direct op verschillende opslaglocaties te ontvangen. 

Bevestig met OK om het scherm te sluiten en  de dragers te verwerken naar de opslagregels. 

 

 

Er wordt voor iedere drager een opslagregel aangemaakt in de voorraadopslag en de eerste regel wordt bijgewerkt met het nog openstaande aantal om te selecteren. Is het aantal “0”, dan wordt deze regel verwijderd. 

 

Bij de tweede en derde regel in dit voorbeeld kan de drager ook weer ontkoppeld worden, maar de regel blijft dan als gesplitste regel bestaan met een “Te verwerken aantal” van “0”. Het is bij deze regel dan alleen mogelijk om een drager te koppelen met dezelfde opslaglocatie en lotnummer als voor de regel. Mocht dat niet mogelijk zijn, dan kun je op de regel eventueel het Lotnummer en/of de Opslaglocatie verwijderen om te zien of er dan wel te koppelen dragers zijn. 

 

De voorraadopslag kan daarna alleen geboekt worden indien de “Te verwerken aantallen” overeen komen met de geselecteerde dragers, voor de artikelen waarvoor dragerregistratie geldt. 

 

Door de voorraadopslag nu te boeken wordt er een ontvangst aangemaakt en worden de dragers bijgewerkt met de gegevens uit de voorraadopslag. 


  1. Via magazijnontvangst 

Dragers kunnen ook ontvangen worden via magazijnontvangst, indien dit is ingesteld op de vestiging uit de bronregel. 

Maak dan bijvoorbeeld een magazijnontvangst aan vanuit de inkooporder. 

 

Ook nu kan onder de taakbalkoptie “Regel” de optie “Open dragerverwerking” worden geselecteerd om het scherm voor dragerverwerking te openen. 


Selecteer weer de dragernummers die je wilt verwerken. De regels kunnen niet gewijzigd worden. Wel verwijderd. 

 

Door nu te bevestigen met “OK” wordt de ontvangstregel bijgewerkt. Het “Te ontvangen aantal” wordt bijgewerkt met het aantal van de geselecteerde dragers. 

 

Hetzelfde geldt hier weer voor de artikeltracering, indien aanwezig. 

 

 

 

Nadat alle gewenste dragers zijn geselecteerd, kan de magazijnontvangst worden geboekt. 

Indien het “Te ontvangen aantal” van een ontvangstregel, met een artikel en opslaglocatie dat dragerregistratie vereist, niet overeenkomt met het aantal geselecteerde dragers, dan krijg je een foutmelding. 

 

Na de boeking worden de dragers weer bijgewerkt met de juiste gegevens en worden als “Ontvangen” gekenmerkt. 


  1. Via magazijnopslag 

Indien een vestiging ontvangst vereist en opslag vereist heeft, dan moeten de artikelen/dragers na ontvangst verplaatst worden van de ontvangstlocatie naar hun interne opslaglocaties. 

Indien op de vestiging “Opslagvoorstel gebruiken” niet is aangevinkt, dan zal bij het boeken van de magazijnontvangst direct een magazijnopslag worden aangemaakt. Indien het wel aangevinkt is, dan moet er handmatig een magazijnopslag worden aangemaakt, eventueel vanuit de geboekte magazijnontvangst. 

Open de magazijnopslag. 

 

 

Er wordt in dat geval per Artikel, Variant, Lotnummer, één regel van de Actie “Nemen” gemaakt en van iedere bijbehorende drager wordt een “Plaatsen” regel gemaakt. 

Selecteer nu de “Nemen” regel. 

Ook dan kan onder de taakbalkoptie “Regel” de optie “Open dragerverwerking” worden geselecteerd om het scherm voor dragerverwerking te openen. 

 

 

 

De ontvangen dragers staan reeds ingevuld en nu moet alleen nog per drager de juiste opslaglocatie worden ingevuld. Bevestig daarna met “OK”. 

De “Plaatsen” regels zullen zijn bijgewerkt met de juiste opslaglocaties. 

 

 

De magazijnopslag kan nu geboekt worden door in het lint “Opslag registreren” te selecteren. 

De verplaatsingen worden geboekt en op de dragers worden de opslaglocaties bijgewerkt. 

 

Indien de “Te verwerken aantallen” van de regels niet overeen komen met de geselecteerde dragers, dan krijg je een foutmelding. 

 

De magazijnopslag voor dragers kan vooralsnog niet in delen verwerkt worden. 


  1. Via productiedagboek/outputdagboek 

Als men output boekt via het productiedagboek of outputdagboek, dan kunnen er ook dragers worden ontvangen. 

Er zijn echter twee manieren in dat geval. 

  1. Er zijn al dragers aangemaakt voor de productieorderregel 
  1. Er wordt output geboekt op een leeg dragernummer. 

Er kan geen voorgedefinieerde drager aangemaakt worden vanuit het productiedagboek of outputdagboek. 

 

  1. Indien dragers reeds zijn aangemaakt. 

Open het productiedagboek voor de specifieke productieorder of open het outputdagboek. 

In het geval van een productiedagboek kun je maar 1 drager tegelijkertijd boeken als output. 

In het outputdagboek kun je meerdere regels inlezen en in één keer boeken. 

 

  • In het productiedagboek moet je de laatste bewerkingsregel selecteren waarop je output kunt boeken. 
  • In het outputdagboek kun je een lege regel selecteren. 
  • Selecteer in de kolom “Dragernr.” het dragernummer welke je wilt boeken. 
  • De outputregel wordt bijna volledig gevuld, indien deze nog niet gevuld was. 
  • Selecteer de juiste opslaglocatie, indien dit niet gevuld is. 
  • Vul het juiste outputaantal in. Default is het de waarde van de drager. 
  • Maak indien nodig een artikeltracering aan voor de regel. 

 

  1. Indien lege dragernummers worden gebruikt. 

Open het productiedagboek voor de specifieke productieorder of open het outputdagboek. 

In het geval van een productiedagboek kun je maar 1 drager tegelijkertijd boeken als output. 

In het outputdagboek kun je meerdere regels inlezen en in één keer boeken. 

 

  • In het productiedagboek moet je de laatste bewerkingsregel selecteren waarop je output kunt boeken. 
  • In het outputdagboek moet je de regel eerst vullen met de gegevens voor de outputboeking. 
  • Selecteer de juiste opslaglocatie, indien dit niet gevuld is. 
  • Vul het juiste outputaantal in welke op de drager moet worden geplaatst. 
  • Selecteer in de kolom “Nieuw dragernr.” het lege dragernummer welke je wilt boeken. 
  • Maak indien nodig een artikeltracering aan voor de regel. 

 

Als alle gegevens gevuld zijn, dan kan het dagboek geboekt worden en zullen de dragers worden bijgewerkt en als “Ontvangen” worden aangemerkt. 

 

Eventueel is het mogelijk om voor productieorders de output ook via voorraadopslag te boeken. 

In dat geval moet er voordat de voorraadopslag wordt aangemaakt, eerst een artikeltracering worden aangemaakt voor het deel dat men via de voorraadopslag wil boeken. 

Voor de boekingsprocedure zie dan weer Via een voorraadopslag


Via artikeldagboek 

Via het artikeldagboek kunnen dragers aangemaakt worden die, om welke reden dan ook, ontbreken in de voorraad. 

Om een drager aan te maken in het artikeldagboek, moeten alle gegevens voor het opboeken van voorraad worden opgegeven op de regel. 

Denk hierbij vooral aan: 

  1. Boekingssoort – Positief 
  1. Artikelnummer 
  1. Variant 
  1. Vestiging 
  1. Opslaglocatie 
  1. Aantal 

Indien ook velden als verpakkingseenheid, lastdragertype, shortcutvariabelen of andere velden moeten kunnen worden ingegeven, dan moeten deze worden toegevoegd aan de pagina voor het artikeldagboek. Deze zijn standaar niet beschikbaar. 

 

In het geval dat artikeltracering vereist is, is het ook van belang dat de artiketracering voor de regel wordt aangemaakt. 

 

Per dagboekregel kan er maar één drager worden opgegeven. 

Vanuit de regel kunnen wel meerdere dragers worden aangemaakt, indien dit gewenst is. 

 

 

 

Om een drager in de voorraad aan te maken in de voorraad, moet het dragernummer in de kolom “Nieuw dragernr.” worden ingevuld. De kolommen “Dragernr.” en “Dragerregelnr.” worden alleen gebruikt voor correcties op reeds ontvangen dragers. 

Let op dat het juiste aantal voor een drager op de regel staat. Het aantal wat op de regel is ingevuld, wordt ook het aantal op de drager. Aantallen mogen ook in een andere eenheid worden opgegeven dan de basiseenheid, maar op de drager worden de aantallen in basiseenheden vastgelegd. 

 

Door nu de dagboekregels te boeken, zullen de dragers met het aantal uit de dagboekregel als ontvangen worden gekenmerkt. 




Dragers corrigeren, herindelen, of inventariseren 

Drager kunnen via dagboeken worden gecorrigeerd, intern verplaatst, samengesteld, gesplitst, gewijzigd van lotnummer en geïnventariseerd. 


Corrigeren via artikeldagboek 

Via het artikeldagboek kunnen reeds ontvangen dragerregels in aantal worden gecorrigeerd. 

Open het artikeldagboek en selecteer in de kolom “Dragernr.” het dragernummer waarop gecorrigeerd moet worden. 

 

 

 

Indien de drager maar één regel bevat, dan zal de kolom “Dragerregelr.” automatisch ook gevuld worden. Anders moet in deze kolom de dragerregel worden geselecteerd die gecorrigeerd moet worden. Als beide kolommen gevuld zijn, dan wordt de dagboekregel aangevuld met de gegevens van de dragerregel, zoals het artikelnummer, variant, vestiging en opslaglocatie. 

 

Het aantal blijft “0”, want hier moet het te corrigeren aantal worden opgegeven. 

Selecteer dan eerst de “Boekingssoort” positief of negatief, afhankelijk van hoe je wilt corrigeren. 

 

 

Vul daarna het te corrigeren aantal in. Indien het artikel ook artikeltracering vereist, dan zal er automatisch een artikeltracering worden aangemaakt voor het te corrigeren aantal volgens het lotnummer dat op de drager is vastgelegd. 

 

Door nu het artikeldagboek te boeken, zal de voorraad en de dragerregel worden gecorrigeerd. Er wordt op de drager een nieuwe mutatieregel aangemaakt voor het gecorrigeerde aantal. 

Page Break 

Verplaatsen via het herindelingsdagboek 

Drager kunnen intern verplaatst worden van de ene locatie naar de andere locatie. 

Open het herindelingsdagboek en selecteer in de kolom “Dragernr.” het dragernummer wat verplaatst moet worden. 

 

 

 

Indien de drager maar één regel bevat, dan zal de kolom “Dragerregelr.” automatisch ook gevuld worden. Anders moet in deze kolom de dragerregel worden geselecteerd die verplaatst moet worden.  

 

Als beide kolommen gevuld zijn, dan wordt de dagboekregel aangevuld met de gegevens van de dragerregel, zoals het artikelnummer, variant, vestiging en opslaglocatie. 

Ook de Nieuwe vestiging en Nieuwe opslaglocatie worden ingevuld met de huidige locaties. 

Als men de hele drager wil verplaatsen naar een nieuwe opslaglocatie, dan wordt de kolom “Nieuw dragernr.” niet gevuld. 

Als een drager meerdere regels bevat, dan moet voor iedere dragerregel een dagboekregel worden aangemaakt. Anders krijg je een foutmelding bij het boeken van het herindelingsdagboek, omdat he alleen hele dragers kunt verplaatsen. 

 

Op de regel kan nu de nieuwe vestiging en/of opslaglocatie worden ingevuld. 

 

 

 

Het aantal mag nu niet gewijzigd worden. Als dat wel gebeurd is, dan zul je een foutmelding krijgen bij het boeken omdat je alleen hele dragers kunt verplaatsen. 

 

Door nu het dagboek te boeken zal er een magazijnpost worden aangemaakt voor verplaatsing van de voorraad en zal op de drager de vestiging en/of opslaglocatie worden bijgewerkt. Er wordt nu geen mutatieregel aangemaakt, omdat er geen aanpassing in aantallen is. 

Samenstellen/Splitsen via het herindelingsdagboek 

Via het herindelingsdagboek kunnen dragers ook worden samengesteld met meerdere regels vanuit de ene drager naar een andere drager, maar ook kan een deel van een drager gesplitst worden of de gehele dragerregel verplaatst worden naar een andere/nieuwe drager. 

Open het herindelingsdagboek en selecteer in de kolom “Dragernr.” het dragernummer wat verplaatst moet worden. 

 

 

 

Indien de drager maar één regel bevat, dan zal de kolom “Dragerregelr.” automatisch ook gevuld worden. Anders moet in deze kolom de dragerregel worden geselecteerd die verplaatst moet worden.  

 

Als beide kolommen gevuld zijn, dan wordt de dagboekregel aangevuld met de gegevens van de dragerregel, zoals het artikelnummer, variant, vestiging en opslaglocatie. 

Ook de Nieuwe vestiging en Nieuwe opslaglocatie worden ingevuld met de huidige locaties. 

 

Vul nu in de kolom “Nieuw dragernr.” het (nieuwe) dragernummer in waarnaar je het artikel wilt verplaatsen. 

Indien de nieuwe drager al een regel bevat, dan zal de te verplaatsen regel er aan worden toegevoegd. 

Indien de nieuwe drager al een artikel bevat met hetzelfde lotnummer, dan zal de regel op de nieuwe drager worden aangevuld met het te verplaatsen aantal. 

Indien de nieuwe drager reeds een vestiging en opslaglocatie bevat, dan zullen deze als nieuwe vestiging en nieuwe opslaglocatie worden ingevuld in de dagboekregel, anders kan alsnog een nieuwe vestiging en/of opslaglocatie worden opgegeven als dat nodig is. 

 

 

 

Als maar een deel van de drager verplaatst moet worden naar een nieuwe drager, dan moet ook het aantal worden aangepast. 

 

Er wordt automatisch een lottracering aangemaakt voor het te verplaatsten aantal, indien het artikel lottracering heeft. 

Het is nu eventueel mogelijk om het lotnummer voor de nieuwe drager te wijzigen in de artikeltracering. Het te verplaatsen aantal zal dan een nieuw lotnummer krijgen op de nieuwe drager. 

 

Het herindelingsdagboek kan nu geboekt worden. 

De oude en de nieuwe drager zullen beide worden bijgewerkt. Ook zullen er mutatieregels voor beide dragers worden aangemaakt, omdat de aantallen op de dragers wijzigen. 

Page Break 

Inventariseren via het inventarisatiedagboek 

Het inventarisatiedagboek kan gebruikt worden om een inventarisatielijst te maken voor de dragers in de voorraad. 

In standaard BC met i-Suite kan de voorraadberekening niet gesplitst worden op dragernummer. Er is, naast de standaard functie “Voorraad berekenen”, een extra functie “Dragervoorraad berekenen” aanwezig om de dragervoorraad te berekenen en in het inventarisatiedagboek te plaatsen. 

 

 

 

Door de berekening te starten opent een scherm waar eventueel nog een aantal filters kunnen worden opgegeven om de lijst te beperken. Bijvoorbeeld alleen voor specifieke vestigingen en/of opslaglocaties. 

 

Bevestig het met “OK” en de voorraadlijst zal worden aangemaakt voor alle dragerregels volgens het filter, waarvoor voorraad aanwezig is. 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

In de kolom “Aantal (Inventarisatie)” kunnen de aantallen nu per drager worden opgegeven. Indien het aantal afwijkt van het “Aantal (Berekend)”, dan zal het verschil in de kolom “Aantal” worden weergegegeven. Automatisch wordt er ook een artikeltracering volgens het lotnummer uit de dragerregel aangemaakt. 

In de kolom “Lotnr. Inventarisatie” is het lotnummer van de dragerregel zichtbaar. 

Als de inventarisatie volledig is, dan kan de inventarisatie worden geboekt en worden de voorraden en de dragerregels bijgewerkt. Er worden voor de dragers, waarop aantallen gemuteerd worden, ook mutatieregels aangemaakt. 

 

Het is ook mogelijk om een dragerregel handmatig toe te voegen aan het inventarisatiedagboek. 

Selecteer dan het dragernummer in de kolom “Dragernr.” en de regel zal verder aangevuld worden voor inventarisatie. Indien de drager meerdere regels bevat, dan zal ook het regelnummer moeten worden geselecteerd. 

Ook nu kan het “Aantal (Inventarisatie)” worden gewijzigd om aan te geven wat het werkelijke aantal op de drager is. 

 

Daarna kan de inventarisatie in principe weer geboekt worden. 

Dragers verwerken voor verzending 

Ontvangen dragers kunnen worden verwerkt in verkooporders, inkoopretourorders, productieorders en transferorders. 

Dit kan, afhankelijk van de instellingen op de vestigingen, op de volgende manieren. 

  1. Dragers rechtstreeks op de orderregels toekennen 
  1. Dragers toekennen aan voorraadpicks 
  1. Dragers toekennen aan magazijnverzendingen 
  1. Dragers toekennen aan magazijnpicks. 

 

Indien gebruik gemaakt wordt van magazijnpicks, dan is het mogelijk om vanuit de magazijnpick nieuwe dragers samen te stellen voor verzending. Dit kan handig zijn als er van veel verschillende dragers delen moeten worden gepickt voor de verzending en deze op één drager worden verzameld. 

In de magazijnverzending hoeft dan maar één drager geselecteerd te worden voor meerdere verzendregels. 

 

Voor verbruik in productie geldt dat het afhankelijk is van de afboekingsmethode van de materiaalregel. 

Indien de afboekingsmethode “Handmatig” is, dan moet op de verbruiksdagboekregel ook het dragernummer worden geselecteerd. 

Indien de afboekingsmethode “Achterwaarts” of “Pick + Achterwaarts” is, dan moeten de betreffende dragers aan de productieorder materiaalregel worden toegekend. 

De afboekingsmethode “Voorwaarts” en “Pick + Voorwaarts” wordt vooralsnog niet ondersteund. 

  1. Rechtstreeks op de verkoop-, inkoopretour- of transferorder verzenden 

Om artikelen te kunnen verzenden waarbij dragerregistratie verplicht is voor het artikel en de vestiging uit de bronregel, moeten de dragers geselecteerd worden via een submenu. 

Zorg er wel voor dat de opslaglocatie ook gevuld is, indien dit verplicht is voor de vestiging. 

 

 

 

  1. Selecteer “Regel” 
  1. Selecteer “Open dragerverwerking” (Bij transferorders is dit “Open dragerverwerking (Uit)”. 

 

Rechtreeks verzenden op het brondocument is alleen mogelijk als dit op de vestigingskaart zo is ingesteld. Anders krijg je een melding bij het openen van de dragerverwerking om aan te geven dat dit via voorraadpick of magazijnverzending moet worden gedaan. 

 

Het scherm voor dragerverwerking wordt geopend. 

 

 

 

Indien er al dragers zijn geselecteerd, dan worden deze nu weergegeven. 

  1. Er kunnen beschikbare dragers worden geselecteerd via “Selecteer dragerlabels”. 

 

In het scherm worden alleen de beschikbare dragers getoond volgens de opslaglocatie van de verkooporderregel. Dragerregels die reeds geselecteerd zijn, staan niet meer in de selectielijst. 

Selecteer de dragerregels sie je wilt verzenden en bevestig met “OK”. 

 

 

 

De geselecteerde regels worden in het scherm weergegeven. 

Alleen hele dragers kunnen worden verzonden. Het aantal is dus niet aan te passen. 

Eventueel kan de Lotnr. informatie voor de geselecteerde regels nog worden weergegeven. 

 

Bevestig met “OK” om de dragers toe te kennen. 

Op de regel zal het “Te verzenden aantal” of “Retouraantal te verzenden” worden bijgewerkt met de aantallen uit de geselecteerde dragers. Indien het artikel ook lottracering heeft, dan worden ook de artikeltraceringen voor de regel bijgewerkt. 

 

 

 

Dragerregels kunnen ook weer verwijderd worden uit de selectie. Ook dan wordt het “Te verzenden aantal” of “Retouraantal te verzenden” weer bijgewerkt. In de eventuele artikeltracering wordt dan alleen het “Te verwerken aantal (Basis)” en “Te factureren aantal (Basis)  bijgewerkt. Traceringen worden niet verwijderd. Dat moet eventueel handmatig gebeuren, omdat het kan zijn dat men bepaalde lotnummers specifiek had gereserveerd voor de te verzenden regel. 

Als alle te verzenden dragers zijn geselecteerd, dan kan het document geboekt worden voor verzending. 

Indien er lastdragers zijn gekoppeld, dan wordt het aantal te verzenden lastdragers bijgewerkt met het aantal geselecteerde dragers. Dit kan anders zijn dan het berekende aantal op de artikelregel, doordat er bijvoorbeeld halve pallets verzonden worden, of dragers met een mix aan artikelen erop. 

Verzonden dragers worden bij verkooporders en inkoopretourorder gearchiveerd, omdat ze compleet verzonden zijn. In het geval van transferorders gebeurt dit alleen als de vestiging waar naartoe wordt getransfereerd geen vestiging met dragerregistratie is. 

Anders wordt de drager bijgewerkt met de “In-transfer” vestiging als vestiging en zonder opslaglocatie. 

In dat geval kunnen de dragers bij ontvangst op de vestiging alleen geselecteerd worden uit de dragers die verzonden zijn op de transferorder. 

  1. Via een voorraadpick 

Verzendingen of productieverbruiken kunnen ook worden verwerkt via een voorraadpick. 

Maak dan bijvoorbeeld een voorraadpick aan vanuit de verkooporder. 

 

 

In de verkooporderregel kan een opslaglocatie zijn opgegeven, maar als men gebruik maakt van de voorraadpick, dan is dit minder relevant. 

 

 

Er worden voor iedere beschikbare opslaglocatie en lotnummer voorraadpickregels aangemaakt. 

Per regel kunnen de bijbehorende dragers geselecteerd worden. 

Selecteer een pickregel en dan: 

  1. Regel.  
  1. Open dragerverwerking 

 

De dragerverwerking opent en er kunnen bijbehorende dragers geselecteerd worden welke gefilterd worden op basis van de gekoppelde opslaglocatie en het lotnummer. 

Indien deze leeg zijn, dan worden deze niet meegenomen in het filter. 

 

 

 

Selecteer de benodigde dragers en bevestig twee maal met “OK”. 

De dragers worden gekoppeld aan de pickregel. Indien er meerdere dragers kunnen worden gekoppeld aan een pickregel, dan wordt voor iedere drager een pickregel aangemaakt voor verwerking. Deze worden aan het einde van de picklijst toegevoegd. 

De bestaande pickregel wordt verwijderd als er voldoende dragers geselecteerd zijn voor het openstaande aantal, anders wordt deze regel bijgewerkt en wordt het aantal verlaagd met het aantal van de reeds geselecteerde dragers. 

 

Voor iedere pickregel waaraan een drager is gekoppeld staat er een vinkje in de kolom “Drager gekoppeld” en is het “Te verwerken aantal” gevuld met het aantal uit de dragerregel. Ook het lotnummer is ingevuld. 

 

Door deze regel te selecteren en de dragerverwerking te openen, kan de drager weer ontkoppeld worden. Dan wordt het “Te verwerken aantal” op de regel verwijderd en ook het vinkje bij “Drager gekoppeld”. Het lotnummer en de opslaglocatie blijven wel staan. 

 

Als de benodigde dragers zijn gekoppeld, dan kan de voorraadpick geboekt worden en worden de artikelen geboekt als verzonden of verbruikt. 

De bijbehorende dragers worden gearchiveerd, want alleen hele dragers kunnen worden geselecteerd. 


Via de magazijnverzending 

Dragers kunnen ook verzonden worden via magazijnverzending, indien dit is ingesteld op de vestiging uit de bronregel. 

Maak dan bijvoorbeeld een magazijnverzending aan vanuit de verkooporder. 

 

 

 

Ook nu kan onder de taakbalkoptie “Regel” de optie “Open dragerverwerking” worden geselecteerd om het scherm voor dragerverwerking te openen. 

 

 

 

Selecteer de te verzenden dragers en bevestig twee maal met “OK”. 

Op de magazijnverzendregel wordt “Te verzenden aantal” bijgewerkt met het aantal van de geselecteerde dragers. Ook de artikeltracering wordt bijgewerkt met de lotnummers uit de dragers, indien artikeltracering vereist is. 

 

 

 

Ook hier kunnen dragers weer ontkoppeld worden door deze te verwijderen uit de dragerverwerking. Het “Te verzenden aantal” wordt dan weer bijgewerkt. In de eventuele artikeltracering wordt dan alleen het “Te verwerken aantal (Basis)” en “Te factureren aantal (Basis)  bijgewerkt. Traceringen worden niet verwijderd. Dat moet eventueel handmatig gebeuren, omdat het kan zijn dat men bepaalde lotnummers specifiek had gereserveerd voor de te verzenden regel. 

 

Als alle dragers zijn gekoppeld, dan kan de magazijnverzending geboekt worden. 

De gekoppelde dragers worden dan weer bijgewerkt en/of gearchiveerd. 

Alleen hele dragers kunnen worden verzonden.

 

Via de magazijnpick voor hele dragers 

Indien een vestiging verzending vereist en pick vereist heeft, dan moeten de artikelen/dragers voor de magazijnverzending eerst gepickt worden van de interne opslaglocaties naar de verzendlocatie van de magazijnverzendregel, alvorens de magazijnverzending kan worden geboekt. 

Dat betekent dat wanneer er een magazijnverzending is aangemaakt, er ook een magazijnpick moet worden aangemaakt. Dit kan ook gelden voor de materiaalregels uit productieorders op deze vestigingen onder bepaalde voorwaarden, maar is geen verplichting. 

 

Maak een pick aan uit bijvoorbeeld de magazijnverzending. 

Voor iedere beschikbare combinatie aan opslaglocatie en, indien gereserveerd, lotnummer worden er Nemen en Plaatsen regels aangemaakt. 

In onderstaand geval staan er op iedere opslaglocatie 2 pallets op voorraad zonder dat er een lotnummer gereserveerd is. 

 

 

Om dragers te kunnen koppelen, moet je een “Nemen” regel selecteren en vervolgens “Regel” selecteren en daarna “Open Dragerverwerking”. 

 

 

Selecteer de dragers die je wilt koppelen en bevestig twee maal met “OK”. 

De geselecteerde dragers worden verwerkt voor de pickregel. 

 

 

Per gekoppelde dragerregel wordt er onderaan de lijst een “Plaatsen” en “Nemen” regel aangemaakt en worden de bronregels voor “Plaatsen” en “Nemen” bijgewerkt als deze nog niet volledig gekoppeld zijn. Anders worden deze bronregels verwijderd. 

Bij een gekoppelde regel kan de drager ook weer ontkoppeld worden, maar de regel blijft dan wel bestaan. Alleen het vinkje bij “Drager gekoppeld” en het “Te verwerken aantal” wordt verwijderd. 

 

Als alle dragers gekoppeld zijn, dan kan de magazijnpick geregistreerd worden en worden de dragers van hun opslaglocatie naar de verzendlocatie verplaatst. De opslaglocatie op de dragers wordt bijgewerkt bij het boeken. 

 

De dragers zijn ook direct gekoppeld aan de magazijnverzending en deze kan daarna geboekt worden. Eventueel kunnen dragers weer ontkoppeld worden en kan er eerst een deelverzending geboekt worden vanuit de magazijnverzending.

 

Via de magazijnpick met samenstellen van gecombineerde dragers 

Het is mogelijk om via de magazijnpick delen van verschillende dragers te picken en combineren op nieuwe dragers. 

 

Maak een pick aan uit bijvoorbeeld een magazijnverzending van verschillende verkoopregels. 

Voor iedere beschikbare combinatie aan opslaglocatie en, indien gereserveerd, lotnummer worden er Nemen en Plaatsen regels aangemaakt. 

In onderstaand geval zijn er twee “Nemen” regels met een aantal kratten die verzonden moeten worden. De twee producten zouden samen op een drager kunnen worden geplaatst en als één geheel kunnen worden geselecteerd en verzonden. 

 

 

Selecteer nu een “Nemen” regel. Je kunt op de regel nu een dragernummer selecteren, welke op de opslaglocatie uit deze regel staat. 

 

Selecteer ook een “Nieuw dragernr.”. Als dit nummer gelijk is aan het “Dragernr.” dan mag de “In-transit opslaglocatie” niet gelijk zijn aan de opslaglocatie op de regel. 

Je kunt bijvoorbeeld een opslaglocatie maken van de heftruck of palletwagen en dit dan gebruiken als “In-transit opslaglocatie”. 

Als “Nieuw dragernr.” gelijk is aan “Dragernr.”, dan kan alleen het volledige aantal van de drager verplaatst worden en is dan niet wijzigbaar. 

Het “Pickaantal” wordt opgegeven in de eenheid van de pickregel. 

Door hetzelfde “Nieuw dragernr.” bij verschillende “Nemen” regels in te vullen, kun je een drager maken die bestaat uit meerdere artikelen. Zie afbeelding boven. 

 

Als alle gegevens ingevuld zijn, dan kun je klikken op “Drager verwerken” boven in het lint. Op de achtergrond wordt dan de drager samengesteld en verwerkt in de magazijnpickregels. De nieuwe drager wordt automatisch toegekend aan de pick en de regels worden verwerkt als in Paragraaf 5.3.4

 

 

 

Dragers zijn gekoppeld en de opslaglocatie op de “Nemen” regels is gewijzigd naar de “In-transit opslaglocatie”. 

Als alle regels verwerkt zijn, dan kan de magazijnpick worden geregistreerd. 


Dragers met meerdere artikelen verwerken 

In alle gevallen kunnen via “Dragerverwerking” ook pallets geselecteerd worden met meerdere dragerregels. Dit kan echter alleen als ook alle artikelen van de dragerregels voor komen in het te verwerken document. In dat geval worden ook de andere regels uit het document gekoppeld en bijgewerkt. In dragerverwerking kun je dit zien doordat er een vinkje staat bij “Mixed drager”. 

 

 

 

Als je de regel verwijdert uit de dragerverwerking, dan zal ook weer niet alleen deze regel worden bijgewerkt, maar ook de andere regels van deze drager worden verwijderd en de regels in het te verwerken document worden dan allemaal bijgewerkt. 

 

Bij de ontvangst van dragers vanuit een inkooporder is het vooralsnog niet mogelijk om een gecombineerde drager te ontvangen. Er zal voor iedere inkoopregel een aparte drager moeten worden aangemaakt. Deze zijn later via het herindelingsdagboek samen te voegen tot een gecombineerde drager. 


Dragers verbruiken in productie 

Het toekennen en verbruiken van dragers in productie is voor materiaalregels afhankelijk van de vestigingsinstellingen, maar ook van de afboekingsmethode van de materiaalregel. 

  1. Afboekingsmethode “Handmatig” 

Voor materiaalregels met afboekingsmethode “Handmatig” geldt dat dragers in principe toegekend moeten worden aan de verbruiksdagboekregel. Dragers kunnen op de materiaalregel al worden toegekend aan de regel en als dat gedaan is, dan kunnen in het verbruiksdagboek of productiedagboek alleen de toegekende dragers worden geselecteerd. Anders is het mogelijk om in het verbruiksdagboek of productiedagboek, een willekeurige drager te selecteren volgens de dan geldende filtering. 

 

Indien de vestiging voorraad pick vereist heeft en je wilt de dragers handmatig boeken op het moment van verbruik, dan kun je een drager alleen aan de materiaalregel toekennen via een voorraadverplaatsing of magazijnpick, als je dat wilt. Het verwerken van een voorraadverplaatsing of magazijnpick verloopt hetzelfde als het proces in paragraaf 5.3.4, maar dan worden de dragers verplaatst en toegekend aan de locatie van de materiaalregel en niet aan de magazijnverzending. 

In het geval dat er gebruik gemaakt wordt van magazijnpick, dan is het ook mogelijk om dragers samen te stellen voor verbruik in productie als in paragraaf 5.3.5

 

Indien de vestiging voorraad pick vereist heeft en je wilt de dragers direct als verbruikt boeken als deze gepickt worden, dan moet je een voorraadpick aanmaken. Het boeken van het verbruik verloopt dan volgens hetzelfde proces als in paragraaf 5.3.2

 

Het is niet noodzakelijk om materiaal te picken of te verplaatsen als je deze daarna handmatig wilt boeken op het moment van verbruik, maar het kan wel. Afhankelijk van reserveringen en instellingen voor opslaglocaties, kan hiervoor gekozen worden. In het geval je niet pickt of verplaatst kun je een drager gewoon toekennen aan de verbruiksdagboekregel en wordt de drager verwerkt. 

 

Om een drager te kunnen selecteren in het verbruiksdagboek, moet de regel eerst aangemaakt worden voor de betreffende productieorder, productieorderregelnummer en materiaalregelnummer. 

Het aantal hoeft nog niet ingevuld te worden. 

Zodra een drager wordt geselecteerd, dan wordt het aantal ingevuld met het aantal op de dragerregel. 

Indien het artikel artikeltracering heeft, dan wordt er ook direct een artikeltracering aangemaakt voor het lotnummer op de drager. 

Indien de opslaglocatie nog niet ingevuld was, dan wordt ook de opslaglocatie ingevuld. 

 

Eventueel kan nu het aantal nog worden gewijzigd tussen nul en het aantal op de drager. Als het aantal groter is dan op de drager aanwezig is, dan krijg je een foutmelding bij het boeken. 

 

 

Er moet dus voor iedere drager een verbruiksdagboekregel worden aangemaakt. 

 

Als alles is ingevuld, dan kan het dagboek geboekt worden en wordt de drager bijgewerkt. Indien de drager volledig verbruikt wordt, dan wordt de drager gearchiveerd. 


Afboekingsmethode “Achterwaarts” 

Indien de afboekingsmethode “Achterwaarts” is, dan moeten de dragers toegekend worden aan de materiaalregel, ongeacht de instellingen op de vestiging. Voor deze materiaalregels kan geen pick of voorraadverplaatsing worden aangemaakt. 

Open de materiaalregels en selecteer de regel waaraan je dragers toe wilt kennen. 

 

 

 

Selecteer “Open dragerverwerking” op het lint onder “HOME/Proces” of “ACTIES/Algemeen”. 

Nu kunnen de dragers geselecteerd worden voor de materiaalregel. Indien niet de volledige drager nodig is, dan moet het aantal voor de geselecteerde drager worden aangepast. 

 

 

 

Er kunnen alleen dragers geselecteerd worden die op de opslaglocatie uit de materiaalregel staan. 

 

Ook indien de afboekingsmethode “Pick + Achterwaarts” is, kunnen op deze manier dragers aan de materiaalregel worden toegekend als deze al op de opslaglocatie staan van de materiaalregel. Anders moeten deze via voorraadverplaatsing of magazijnpick worden geselecteerd en verplaatst. 

 

Dragers voor deze regels worden verwerkt als het verbruik achterwaarts geboekt wordt vanuit een outputboeking of het gereedmelden van de productieorder. Dat is afhankelijk van het gebruik van een bewerkingsplankoppeling. Als de output nog maar deels geboekt wordt, dan worden dragers op volgorde verwerkt. Het oudste nummer zal eerst worden verbruikt, tenzij er lottracering is, dan is het afhankelijk van de verwerking van lotnummers volgens standaard BC. 


Afboekingsmethode “Pick + Achterwaarts” 

Indien de afboekingsmethode “Pick + Achterwaarts” is, dan kunnen de dragers aan de materiaalregels worden toegekend via voorraadverplaatsing of magazijnpick. Het verwerken van een voorraadverplaatsing of magazijnpick verloopt hetzelfde als het proces in paragraaf 5.3.4, maar dan worden de dragers verplaatst en toegekend aan de locatie van de materiaalregel en niet aan de magazijnverzending. Alleen hele dragers kunnen worden verplaatst via deze processen, maar aan de materiaalregel wordt alleen het benodigde deel van de dragers toegekend. Het overige deel blijft na het boeken van de verbruiken op de opslaglocatie van de materiaalregel staan en moet eventueel handmatig weer verplaatst worden naar een andere opslaglocatie via een herindelingsdagboek


Magazijnpick met samenstellen van gecombineerde dragers voor materiaalregels 

In het geval dat er gebruik wordt gemaakt van de magazijnpick, dan is het ook mogelijk om meerdere materiaalregels van meerdere dragers te picken naar een nieuwe drager en te verplaatsen naar de opslaglocatie van de materiaalregels, zie paragraaf 5.3.5. De materiaalregels moeten dan wel allemaal dezelfde opslaglocatie op de materiaalregel hebben. 

 

Created with the Personal Edition of HelpNDoc: Free Qt Help documentation generator